´Ym´ is in de taal van de Noord-Amerikaanse Cherokee-indianen het woord voor ´beer´. De beer is voor hen een totem, een symbool voor innerlijke kracht. Als de beer zijn winterslaap houdt, is hij in hoge mate afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen vet in zijn lichaam. Wat kunnen we van de beer dan leren? Dat de bronnen voor onze overleving in onszelf geschapen zijn. De beer leert ons te zoeken naar en te putten uit al onze innerlijke kracht en reserves, zelfs en juist die, welke we nog niet eerder aangeboord hebben.

Enerzijds staat de beer voor rust en kalmte. In rust schuilt zijn grote kracht. Rust leidt tot meer energie, een sterkere focus en betere beslissingen. Maar de beer is ook het symbool voor kracht en dynamiek. Het evenwicht tussen rust en dynamiek, kalmte en kracht, maakt de beer tot een machtig wezen dat op efficiënte wijze zijn doelen bereikt.
Als wij de tijd nemen om af te dalen in ons diepste wezen – zoals de beer zich terugtrekt tijdens zijn winterslaap – dan vinden wij dáár onze antwoorden.

Zelfreflectie leidt tot de juiste acties vanuit innerlijke kracht.